In het nu volgende gedeelte bespreken we het nut van de digitale StudieBijbel voor de meer gevorderde bijbelgebruiker. Het betreft met name het plegen van een vers-voor-vers-exegese (lees ook het artikel ‘De uitleg van de Schrift’) en het nut van de gegeven Griekse tekst met variante lezingen (zie ook het artikel ‘De tekst van het Nieuwe Testament’).
We nemen u aan de hand van de instrumenten in de Studiebijbel mee langs alle studievelden die licht kunnen werpen op de uitleg van een bepaalde passage. Let op, het gaat hier dus uitsluitend om het uitleggen van een specifieke tekst en niet om bijvoorbeeld thematische benaderingen. We nemen een kort en daarom overzichtelijk bijbelvers, namelijk Matt.26:32. We doorlopen systematisch de velden die onderzocht kunnen worden aan de hand van de informatie die de Studiebijbel ons geeft.

Step 1
We moeten beginnen met het vaststellen van de Griekse tekst, de zgn. tekstvaststelling. Hierover informeert de tweede kolom op de linker pagina. Het blijkt dat de vier tekstedities die in de SB vergeleken worden hier geen verschillen kennen. Dit is natuurlijk vaak wel het geval. Voor een uitvoerige exemplarische bespreking van een bijbelvers met een tekstverschil, zie hieronder, par. 9.1.

Step 2
Vervolgens bekijken we de vertaling van de tekst. De interlinievertaling onder de Griekse woorden op de linker pagina geeft een woord-voor-woord-vertaling en laat ons de opbouw van de Griekse zin zien: na – echter – het – opstaan – Ik – zal Ik voorgaan – u – naar – Galilea. Het venster bijbelvertalingen geeft verschillende moderne vertalingen weer. We merken hier op dat vooral ‘het opstaan’ verschillend vertaald is. We vinden de volgende vertalingen: ‘nadat Ik zal opgestaan zijn’ (SV), ‘nadat Ik zal zijn opgewekt’ (NBG), ‘wanneer ik door God ben opgewekt’ (GNB) en ‘na mijn opwekking’ (WV). Hierin is nogal verschil. In de SV wordt de verrijzenis beschreven als een daad van Jezus, in de NBG als de daad van een ander, in de GNB als een daad van God en de WV houdt het neutraal. Het blijkt dat het om de vertaling van het Griekse woord egerthçnai gaat. Door op het Griekse woord te klikken gaan we naar de woordstudie van het betreffende woord. Daar vinden we dat het om het werkwoord egeirô gaat, dat ‘opwekken, doen opstaan’ betekent. In de concordantie (zorg dat deze aangevinkt staat) klikken we op het nummer achter het tekstgedeelte van ons vers (.28), waarna we bij de woordvormen komen en zien dat het de passieve of lijdende vorm betreft (opgewekt worden). Het betreft dus een daad van een ander. Volgens deze informatie liggen dus de NBG en de GNB (die iets meer uitleggend vertaalt) het dichtst bij de bedoeling van de tekst.

Step 3
Vervolgens staan we stil bij de literaire vorm (het genre) van de tekst. Dit is ook van belang voor de uitleg van het ‘opgewekt worden’, want in de woordstudie 1304 egeirô lezen we dat ‘opwekken’ naast een letterlijk opwekken uit de dood ook overdrachtelijk gebruikt kan worden (vgl. Matt. 11:11; Hand 13:22; Ezech.37). Als Jezus hier als een wijsheidsleraar een wijsheidsspreuk of een gelijkenis geeft, ligt een overdrachtelijk gebruik voor de hand. Als hij hier een profetisch woord spreekt, ligt een letterlijke opstanding in de lijn van de profetische belofte van de opstanding uit de doden voor de hand. In het commentaar (zie commentaarvenster) lezen we dat het laatste het geval is. Jezus citeert hier vrij Zach.13:7c.

Step 4
Next is the question of sources. Are there more sources that mention the same statement of Jesus and does this bring clarification? For this we go to the "synopsis" (click on "Synopsis" in index after Mat.28 - [Mat.26:32 should be the active entry]) to see if this verse also appears in other gospels. This is indeed the case; Marc.14:28 also gives this verse. However, it appears that there is only one difference: Mark adds the word "but" at the beginning of the verse. This does not change or clarify the meaning of the statement.

Step 5
Then we turn to historical research. Are there any issues of significance in this area? Now it has sometimes been suggested that in addition to the province to the northeast, there would be a village near Jerusalem named Galilee. Is this correct and what place is Jesus talking about here? We look this up in the word studies by clicking on the Greek word Galilaian in the Greek text window. Under the name Galilee we find an account of the province, but nothing about a village near Jerusalem. Nothing is known about the existence of a village of that name. We can therefore confidently consign that to the realm of the fables.

Step 6
We zijn aangekomen bij het redactie-onderzoek. In de eerste plaats bekijken we hier de literaire context om te zien of deze de betekenis van dit vers verheldert. Hiervoor gaan we naar de ‘Inleiding op het evangelie naar Mattheüs’ (via index bijbelboeken). In de paragraaf ‘hoofdlijnen’ vinden we de structuur van het evangelie uitgelegd en zien we dat ons vers zich bevindt in de perikoop ‘De verloochening van Petrus’ (26:69-75), een onderdeel van ‘De terechtstelling van Jezus’ (26:57-27:25), dat weer een onderdeel is van ‘Het lijden van Jezus’ (26:-27:66). Verder kunnen we in het commentaarvenster van ons vers een verwijzing lezen naar Matt.28:7b,10,16, waaruit blijkt dat de woorden die Jezus hier uitspreekt vervuld werden na Jezus’ opstanding uit de doden.

Step 7
For the explanation in terms of salvation historical context, we must consult the commentary in the commentary window. Matt.26 verse 32 is a free rendering of Zech.13:7c "but I will turn my hand to the little ones" (SV). Just as in Zech.13:7-9 the emphasis is on forming a believing remnant, so in Matt.26:31-32 the emphasis is on the promise in verse 32. Jesus' death heralds an era of scattering and tribulation (vs.31), but his resurrection the beginning of the salvation time promised by the prophets.

Step 8
With the discussion of the salvation-historical context, we have arrived at the second main form of explanation that we could distinguish among the apostles, namely theological interpretation (see the article "The Explanation of Scripture"). Through articles and word studies (and summarily also in the commentary window) you can find the more theological information. However, this category of explanation is less prominent than the linguistic and historical. This is a choice that comes from the design and structure of the Study Bible. In view of our sample verse, the theological information is limited to the commentary window. Nevertheless, from Zech.13, we can say the following in this context: the resurrection and "going before" Jesus to Galilee is a fulfillment of the prophecy in Zechariah that speaks of a shepherd, who is pierced by the people (Zech.12:10; cf. Matt.26:31), but whose death leads to the time of salvation (Zech.13:1-6). In principle, with the resurrection of Jesus, the promised salvation time begins.

Step 9
Finally, that leaves us with current interpretation. You will understand that this information is not within the scope of this study work. This interpretation should be sought prayerfully and under the guidance of the Holy Spirit "together with all the saints. Following our verse, we may perhaps think of a typological analogy between Jesus' first and his second coming. Just as Jesus would precede us to "Galilee" after His death on the cross and resurrection, so He will precede us to "Jerusalem" after the great tribulation in the last days and the great resurrection that takes place at His return.