Dit artikel is een samenvatting van een artikel dat eerder gepubliceerd werd in december 2011 in StudieBijbel magazine.
Jesaja sprak woorden van hoop tot een volk in diepe nood: āEen kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven; de heerschappij rust op zijn schouders.ā (Jesaja 9:5a). In de donkere dagen van 733-732 v.Chr., toen Tiglatpileser III het noorden van IsraĆ«l binnenviel en de bevolking in ballingschap voerde, kondigde Jesaja de komst aan van een Messiaans Kind dat vrede en hoop zou brengen. Deze belofte bood troost en uitzicht op redding te midden van chaos en onderdrukking.
De geboorte van Jezus, die we deze maand vieren, symboliseert de vervulling van die belofte. In de theologie staat dit bekend als de incarnatie: God werd mens in de vorm van een kind. Dit diepe mysterie is tegelijkertijd zo eenvoudig dat zelfs een kind het kan begrijpen. Maar wat betekent dit voor kinderen in het Nieuwe Testament (NT)? Hebben zij deel aan Gods heil? En zo ja, geldt dit voor alle kinderen of alleen voor kinderen van gelovigen?
š Kinderen en het Koninkrijk van God
Jezusā houding tegenover kinderen contrasteert scherp met de cultuur van zijn tijd. In de Romeinse en Joodse samenleving werden kinderen vaak als minderwaardig beschouwd, zonder rechten of status. Ze konden door hun vader, de āpater familiasā, zelfs verkocht of verstoten worden. Tegen deze achtergrond laat Jezus zien dat kinderen juist een belangrijke plaats innemen in het Koninkrijk van God.
š Kinderen Deelnemen aan het Heil
In het Messiaanse Rijk, dat met Jezusā komst is aangebroken, zijn kinderen volwaardige deelnemers aan het heil. Dit blijkt uit de vele wonderen waarbij kinderen centraal staan:
- De dochter van Jairus wordt opgewekt (Marcus 5:35vv).
- De bezeten dochter van een Griekse vrouw wordt bevrijd (Marcus 7:24vv).
- Een jongen wordt genezen van demonische bezetenheid (Marcus 9:14vv).
- De zoon van een dienaar in KafarnaĆ¼m wordt genezen (Johannes 4:46vv).
Jezusā houding maakt duidelijk dat ook kinderen de zegeningen van het Koninkrijk ontvangen. Zij worden gezien en geliefd door God.
š Jezusā Verbondenheid met Kinderen
āWie een van zulke kinderen ontvangt in mijn naam, ontvangt Mij.ā (Marcus 9:36-37). Met deze woorden vereenzelvigt Jezus zich met kinderen. Hij plaatst een kind in het midden van de discipelen, die ruziĆ«n over wie de grootste is, en geeft drie belangrijke lessen:
- Wie het Koninkrijk wil binnengaan, moet worden als een kind.
- Wie de grootste wil zijn, moet zich vernederen als een kind.
- Wie een kind ontvangt in Jezusā naam, ontvangt Hemzelf.
Jezusā woorden benadrukken dat het zorgen voor en accepteren van kinderen gelijkstaat aan het dienen van God.
š„ Het Kind als Voorbeeld
Jezus leert dat kinderen een voorbeeld zijn van hoe wij het Koninkrijk van God moeten benaderen: āWie zichzelf vernedert en wordt als dit kind, die is de grootste in het Koninkrijk van de hemel.ā (MatteĆ¼s 18:3-4). Dit staat haaks op de norm in Jezusā tijd, waarin nederigheid niet werd gewaardeerd.
De discipelen zochten naar eer en status, maar Jezus benadrukt dat het Koninkrijk een geschenk is dat alleen ontvangen kan worden met een houding van afhankelijkheid en vertrouwen, zoals een kind die heeft. Grootheid in het Koninkrijk komt voort uit zelfverloochening en nederigheid.
š¶ āVan Zulke Kinderen is het Koninkrijkā
In MatteĆ¼s 19:13-15 brengt men kinderen bij Jezus om hen te zegenen. Hoewel de discipelen dit proberen te verhinderen, zegt Jezus: āLaat de kinderen tot Mij komen, belet ze niet, want het Koninkrijk van de hemel behoort toe aan wie is zoals zij.ā Hiermee onderstreept Hij dat kinderen een bijzondere plaats hebben in het Koninkrijk.
Door de kinderen te zegenen en hen te ontvangen, toont Jezus dat zij volledig mogen delen in de zegeningen van het Messiaanse Rijk, niet op basis van verdienste, maar vanwege hun afhankelijkheid en kwetsbaarheid.
š De Geest voor Alle Leeftijden
Petrus citeert op de Pinksterdag de profetie van JoĆ«l: āAan het einde der tijden zal Ik mijn Geest uitgieten over alle mensen. Jullie zonen en dochters zullen profeteren.ā (Handelingen 2:17). De uitstorting van de Heilige Geest is universeel en overstijgt leeftijd, geslacht en status. Ook kinderen zijn ontvangers van de Geest en worden betrokken bij de missie van het Koninkrijk.
š Kinderen Geheiligd door Gelovige Ouders
In 1 KorintiĆ«rs 7:14 stelt Paulus dat kinderen van gelovige ouders āheiligā zijn. Hoewel deze heiliging niet betekent dat zij automatisch behouden zijn, maakt het duidelijk dat zij apart gezet zijn voor God. Ze horen bij de gemeente en delen in de zegeningen van hun gelovige ouders, zelfs als ze zelf nog geen persoonlijk geloof hebben.
Paulus bevestigt hiermee dat kinderen een bijzondere plaats hebben binnen de christelijke gemeenschap, zonder hen gelijk te stellen aan volwassen gelovigen.
š Een Theologische Reflectie
Hoewel kinderen in het NT als onderdeel van het Koninkrijk worden beschouwd, hebben zij nog niet de verantwoordelijkheid van volwassen discipelen. Deze onderscheiden plaats weerspiegelt de āal wel ā nog nietā-realiteit van het Koninkrijk: een Rijk dat reeds is aangebroken maar nog niet volledig is vervuld.
š Conclusie
De gemeenschap van gelovigen is een eschatologische beweging waarin men toetreedt door persoonlijke geloofskeuze, ongeacht afkomst of status. Kinderen maken deel uit van deze gemeenschap, niet als tweederangsleden, maar als voorbeelden van de nieuwe schepping.
Hun afhankelijkheid en vertrouwen dienen als model voor hoe wij allen het Koninkrijk van God moeten benaderen. Daarom kwam Jezus, de Messiaanse Verlosser, als een kind naar deze wereld.
āEen Kind is ons geboren.ā