Eerder zagen we hoe ‘oudsten’ functioneerden in de christelijke gemeente in Jeruzalem en Antiochië. Het zijn geen oudsten van één plaatselijke gemeente, maar oudsten voor de hele stad, voor alle gelovigen verspreid over meerdere huiskerken. En dat waren in Jeruzalem wel 5000 gelovigen verspreid over minstens 150-165 huiskerken. Vandaag kijken we naar de situatie in Efeze in Klein Azië, het huidige Turkije.
Met betrekking tot de stad Efeze is in het boek Handelingen het zelfde onderscheid tussen de gemeente ‘aan huis’ en de gemeente ‘per stad’ aan de orde (Hand.20:17). Vanuit Milete stuurde Paulus een boodschap naar Efeze om de oudsten van de gemeente bij zich te roepen. Het gaat hierbij in het woordgebruik van Lucas evenals bij de gemeente van Jeruzalem’ (Hand.11:22), en ‘de gemeente door geheel Judea, Galilea en Samaria’ (Hand.9:31) om de hele stadsgemeente. En het is in deze wereldstad Efeze, evenals in Antiochië, niet aannemelijk dat de christelijke gemeente in deze fase nog maar uit enkele tientallen christenen bestaat. Er is ook hier ongetwijfeld sprake van meerdere huisgemeenten. En Lucas spreekt dus over de gezamenlijke oudsten van een stadsgemeente, die uit meerdere huisgemeenten bestond.
Ook hier worden de oudsten (overeenkomstig de joodse status van oudsten) niet aangesteld, ze blijken er al te zijn en even later laat Lucas Paulus zeggen: ‘Zorg goed voor uzelf en voor heel de kudde waarover de heilige Geest u als leiders (episkopoi, opziener) heeft aangesteld om de kerk van God te weiden’ (20:28). Het ligt voor de hand om te veronderstellen dat in iedere huisgemeente de huisvader of huiseigenaar de gastheer of gastvrouw van de gemeente was (opziener genoemd?) en verantwoordelijk was voor de gemeente aan huis. Gezamenlijk worden ze de ‘oudsten’ van de stadsgemeente Efeze genoemd, omdat ze leiding geven aan de diverse huisgemeenten waaruit de kerk te Efeze bestond.
De volgende keer meer over de situatie in Efeze in de brief aan Timoteüs.
Auteur: Gijs van den Brink
Uit: StudieBijbel Magazine
Dit is deel 6 van 9 beknopte blog over het thema “Leiderschap van oudsten” uit StudieBijbel Magazine, waar we de komende tijd een gedeelte van online zullen plaatsen. We hopen dat je hierdoor de Bijbel beter gaat begrijpen!
Ga terug naar het artikeloverzicht
De vorige keer spraken we over de oudsten in de synagoge. We zagen dat deze oudsten niet de leidinggevenden in de synagoge waren, maar oudsten van het dorp of de stad. Daarmee waren zij voor veel meer verantwoordelijk dan alleen de plaatselijke synagoge.
Vandaag kijken we naar de kerk in het Nieuwe Testament. Wat bedoelen de apostelen wanneer ze over de ‘kerk’ spreken? Het blijkt dat ze hiermee niet altijd hetzelfde bedoelen. Er is al een halve eeuw een consensus dat het begrip ekklēsia (kerk, gemeente) in het Nieuwe Testament niet twee, maar drie vormen of gestalten kent. Met andere woorden, we komen in het woord ‘kerk’ (ekklēsia) tegen in drie betekenissen:
Het is dus van belang dat wanneer we in het NT het woord ‘kerk’ tegenkomen, we uit de context moeten opmaken over welke betekenis het gaat. En als we spreken over oudsten in de kerk, over welke kerkvorm gaat het dan? Over welke ‘kerk’ hebben Paulus en de andere apostelen oudstan aangesteld? De eerste, de tweede of de derde? Dat onderscheid is natuurlijk wel van wezenlijk belang. De volgende keer meer hierover.
Auteur: Gijs van den Brink
Uit: StudieBijbel Magazine
Dit is deel 2 van 9 beknopte blog over het thema “Leiderschap van oudsten” uit StudieBijbel Magazine, waar we de komende tijd een gedeelte van online zullen plaatsen. We hopen dat je hierdoor de Bijbel beter gaat begrijpen!
Ga terug naar het artikeloverzicht