De onderwerpsrelatie geeft aan hoe de verhouding is tussen het onderwerp en de handeling van het werkwoord. In het nieuwtestamentisch Grieks zijn er drie onderwerpsrelaties: activum of actief, passivum of passief, medium of mediaal. De actieve verhouding, die overeenkomt met onze bedrijvende vorm, houdt in dat het onderwerp de handeling van het werkwoord uitvoert (ik maak los), de passieve, die overeenkomt met onze lijdende vorm, dat het onderwerp de handeling ondergaat (ik word losgemaakt) en de mediale dat de eigen sfeer of het eigen belang van het onderwerp bij de handeling betrokken is (ik maak los in mijn eigen belang, ik maak me los, ik laat me losmaken, of in bepaalde gevallen ook: ik word losgemaakt). De vormen van het passivum en het medium vallen voor een aanzienlijk deel, namelijk in het duratief en in het statisch aspect, samen. In dat geval wordt alleen de aanduiding (med) gebruikt.
In de volgende bijbelverzen zijn de woorden gecursiveerd die een vertaling zijn van werkwoordsvormen waarvan de onderwerpsrelatie respectievelijk actief, mediaal en passief is:
Matt.3:11 Ik doop u met water tot bekering
Matt.3:6 Zij lieten zich in de rivier, de Jordaan, door hem dopen
Matt.3:14 Ik heb nodig door U gedoopt te worden
Omdat de vertaling van mediale vormen in veel gevallen niet verschilt van die van actieve of passieve vormen, wordt aan de vertaling van alle mediale vormen, ook voor die waarbij het medium en het passivum samenvallen, de afkorting van medium (med) tussen haakjes toegevoegd. Een voorbeeld is te vinden onder woord 3961 sainô ‘heen en weer bewegen; in beweging brengen, schokken’:
.1 sainesthai geschokt worden (med)
Omdat de vertaling van passieve vormen soms niet verschilt van die van actieve of mediale vormen, wordt aan de vertaling van alle passieve vormen de afkorting van passief (pass) tussen haakjes toegevoegd, bv. onder woord 3963 saleuô ‘schudden, doen wankelen’:
.7 saleuthçsontai zij zullen geschud worden (pass)
Zie verder bij grammatica.