Het derde en laatste onderdeel onder een woordnummer in de woordstudie- en concordantiedelen is een opsomming van alle plaatsen, ofwel bijbelverzen, waar het woord voorkomt in de Griekse tekst van de Studiebijbel. Al deze onderdelen van alle woorden tezamen vormen een zogenaamde Grieks-Nederlandse concordantie: alle plaatsen waar het Griekse woord voorkomt, worden opgesomd, en in Nederlandse vertaling wordt een zinsnede uit het vermelde bijbelvers gegeven. De basistekst is dus de Griekse tekst. Bij deze tekst zijn de varianten inbegrepen: ook wanneer slechts één van de Griekse tekstedities het betreffende Griekse woord heeft opgenomen, is de versverwijzing in de concordantie aanwezig.

Dit maakt het mogelijk om de verschillende Nederlandse vertalingen die er eventueel voor eenzelfde Grieks woord gebruikt worden, in één overzicht te bekijken. Dit is niet mogelijk in een Nederlandse concordantie: daar zijn de verschillende vertalingen van eenzelfde Grieks woord te vinden onder verschillende trefwoorden.

Een aantal woorden komt in vergelijking met andere woorden van dezelfde woordsoort erg veel voor en is in verband daarmee buiten de concordantie gehouden. Dit betreft voornamelijk voorzetsels, persoonlijke voornaamwoorden, enkele werkwoorden (hebben, zijn, zeggen, etc.) en een aantal partikels (en, of, opdat, etc.). Wanneer een woord dat erg vaak voorkomt in theologisch opzicht relevant is, is wel de volledige concordantie opgenomen (zoals bij ‘God’ of ‘Christus’).

Ook al worden de vindplaatsen van deze woorden niet genoemd, de bijbehorende woordstudies en eventuele woordvormen worden natuurlijk wel gepresenteerd.

In de weergave van de concordantie is de volgende informatie opgenomen:

plaatsaanduiding
zinsnede
verwijzing naar de gebruikte woordvorm(en)
Wil men een in plaats van de Grieks-Nederlandse concordantie bij de woordstudies een concordantie raadplegen bij bijvoorbeeld SV of NBG, dan kan men daarvoor het zoekformulier gebruiken.