Deel 6 van 12 van het thema ‘Antwoorden op vragen’ door Gijs van den Brink
We lezen dat God bij de schepping zegt in Gen.2:18, ‘Het is niet goed dat de mens alleen is, ik zal een helper voor hem maken die bij hem past.’
Het woord ‘helper’ is een algemeen woord dat geen hogere of lagere positie aangeeft. Vrouw en man vullen elkaar aan en hebben een gelijkwaardige positie.[1]
Door de zonde is er macht en overheersing in de wereld gekomen. Overheersing van de man en ondergeschiktheid van de vrouw zijn een gevolg van zonde.
Dat lezen we al Gen.3:16, “Tegen de vrouw zei hij: … Je zult je man begeren, en hij zal over je heersen.’
Dat zien we overal in de wereld. Waar zonde regeert is er overheersing en onderdrukking van vrouwen.
Maar niet bij Jezus Christus. Hij zegt tegen zijn discipelen dat God dit niet wil dat mannen hun vrouwen onderdrukken en wegsturen wanneer ze dat maar willen. Hij zegt “zo is het vanaf het begin van de schepping niet door God bedoeld”.
Voor Jezus zijn mannen en vrouwen gelijk. Hij eet samen met mannen en vrouwen. Hij houdt samenkomsten met mannen en vrouwen samen. Ook vrouwen mogen met hem meegaan en hem helpen als hij in andere dorpen gaat prediken.[2]
Bij zijn kruisiging zijn meer vrouwelijke volgelingen aanwezig dan mannen[3]. En als Jezus uit de dood is opgestaan verschijnt Hij allereerst aan een paar vrouwen bij het lege graf. Zij moeten aan de apostelen gaan zeggen dat Hij is opgestaan.
Ook voor de Heilige Geest die met Pinksteren wordt uitgestort zijn mannen en vrouwen gelijkwaardig.
Op de Pinksterdag wordt de profetie uit Joel vervuld, zegt Petrus in Hand.2:17-18. God zegt: Dan zal ik over alle mensen mijn geest uitgieten. Dan zullen jullie zonen en dochters profeteren, …[4]
Zowel vrouwen als mannen krijgen gaven en een taak van de heilige Geest.
Zo lezen we in het NT meerdere keren over echtparen die een gemeente leiden, zoals Prisca en Priscilla.
En zelfs horen we over alleenstaande zusters die leiding geven, zoals Febe in de gemeente van Kenchreeën in Griekenland.[5]
En dan Paulus. Soms denkt men dat Paulus iets anders zegt. Dat is niet zo.
In de brieven aan Timotheüs en Titus gaat het niet meer over de leiding in huiskerken. Het gaat daar over het besturen van alle kerken in een stad of provincie.
Dat publieke leiderschap wil Paulus beperken tot mannen[6]. Paulus wil geen aanstoot geven in een situatie waar buiten de kerk alleen mannen leiding geven.
Maar het principe van gelijkwaardigheid dat Jezus heeft geleerd en voorgeleefd, dat leert Paulus ook. Hij zegt dit heel duidelijk in Gal.3:28,
In Christus is er “geen sprake meer van Joden of Grieken, van slaven of vrijen, mannen of vrouwen – u bent allen één in Christus Jezus.”
[1] (vgl. Gen.3:12);
[2] Luk.8:1-3
[3] Mat.27:55-56
[4] Hand.2:17-18
[5] Rom.16:1
[6] 1 Tim.2:11-12
Volgende keer: Deel 7 van de serie ‘Antwoorden op vragen’ heeft als titel ‘Hoe kan ik er zeker van zijn dat de Bijbel niet verdraaid is? ’
Kijk ook: Deel 5 van 12 van het thema ‘Antwoorden op vragen‘ Hoe verandert mijn relatie met God als ik zonde doe?
Auteur: Gijs van den Brink
Uit: StudieBijbel Magazine
Dit is deel 6 van 12 uit het thema “Antwoorden op vragen’ waar we de komende tijd een gedeelte van online zullen plaatsen. We hopen dat je hierdoor de Bijbel beter gaat begrijpen!
Download de Studiebijbel App GRATIS via Play Store of App StoreVoer deze aanmeldcode (BLOGCVB2021) in om 45 dagen GRATIS toegang te hebben tot het StudieBijbel Salomo-pakket (het meest uitgebreide pakket).