Deel 4 van 6 van het thema ‘Lessen uit Nehemia‘ door Gijs van den Brink
De vorige keer zagen we hoe Nehemia de hulp inriep van de koning en van het volk. Beide verzoeken waren niet zonder problemen. Maar nu het volk in Juda heeft ingestemd om samen met hem aan de opbouw van de muur te beginnen, komen we in de derde fase van de opbouw van een gemeenschap: het organiseren van de werkzaamheden. We lezen hierover in Neh.3:2-8.
Naast hem werkten de mannen van Jericho, en daarnaast Zakkur, de zoon van Imri. … De Vispoort werd door de zonen van Senaä herbouwd … Naast hen voerde Meremot, de zoon van Uria, de zoon van Hakkos, de herstelwerkzaamheden uit, en daarnaast Mesullam, de zoon van Berechja, de zoon van Mesezabel, en wat verderop Sadok, de zoon van Baäna. Daar weer naast werkten de inwoners van Tekoa, maar de aanzienlijken van die stad lieten zich door hun heer geen werk opleggen. … Naast hen werkten Melatja uit Gibeon en Jadon uit Meronot met de mannen uit Gibeon en Mispa, waar de residentie van de gouverneur van de provincie Trans-Eufraat was. Weer verder werd Jeruzalem tot aan de Brede Muur herbouwd door de goudsmid Uzziël, de zoon van Charhaja, en door Chananja, een zalfbereider. |
Het is opvallend dat we in hoofdstuk 3 een verslag vinden van feitelijke activiteiten, die door alle gelovigen samen worden gedaan. Alle nadruk ligt op het werk van alle gelovigen en niet op de wijze waarop Nehemia een en ander organiseert. Het gaat niet om Nehemia, maar om de inzet van alle aanwezigen, dat wil zeggen met één uitzondering: de aanzienlijken laten het afweten (vs.5)! Zij die zichzelf belangrijk vinden zien zichzelf doorgaans als een uitzondering. Zij houden niet van dienend werk, ze willen gediend worden!
We zien hier een aantal belangrijke organisatieprincipes voor de opbouw van een gemeenschap.
- Iedereen werkt mee.
- De werkers worden ingedeeld in kleine groepen. Ik tel in dit hoofdstuk 38 groepen werkers. We moeten de personen die hier genoemd worden niet zien als individuele personen, maar als hoofden van een familie. Dit blijkt ook op die plaatsen waar expliciet gesproken wordt over broers en zonen.
- De groepen bestonden zoveel mogelijk uit mensen met dezelfde interesse of hetzelfde beroep: o.a. zalfbereiders (vs.8), levieten (vs.17) of priesters (vs.22,28).
- Groepen bestonden uit mensen die elkaar kenden. Bijvoorbeeld familie (vs.3,18) of mensen uit dezelfde stad (vs.2,7).
- Men werkt zo mogelijk aan de muur in de buurt waar men woont (vs.10,23,28,29,30).
Allemaal belangrijke principes voor elke pastor of missionaire werker die werkt aan de opbouw of planting van een kerkgemeenschap. Zonder deze principes blijft de gemeente een verzameling mensen zonder relatie. Dan is het als de bewoners van een flat. Maar een gemeente is geen flatgebouw, maar een familie. Wonen, werken en samen geloven moet een eenheid worden. Zo heeft God dit bedoeld.
De volgende keer over fase 4:
Volgende keer:
Deel 5 van de serie ‘Lessen uit Nehemia’ heeft als titel ‘vernieuwing roept weerstand op.‘
Kijk ook:
Deel 3 van de serie ‘Lessen uit Nehemia’ ‘Fase 2: Je afhankelijk opstellen en anderen vragen te helpen’
Auteur: Gijs van den Brink
Uit: StudieBijbel Magazine
Dit is deel 4 van 6 van de serie “Lessen uit Nehemia” waar we de komende tijd een gedeelte van online zullen plaatsen. We hopen dat je hierdoor de Bijbel beter gaat begrijpen!