Mijn account

Artikel, Waar zijn de doden?

2. Het dodenrijk is geen ‘hel’

19 december 2017 - drs. G. (Gijs) van den Brink
Deel 2 van 5 van het thema ‘Waar zijn de doden’ door Gijs van den Brink

 

Als verblijfplaats van de goddelozen tussen dood en opstanding noemt het Nieuwe Testament de hades. Het is van belang op te merken dat er verschil is tussen dodenrijk (hades) en hel (gehenna). Het is erg verwarrend dat sommige oudere vertalingen beide woorden met ‘hel’ vertalen (o.a. Statenvertaling en Herziene Statenvertaling). Dit is onjuist en hierdoor ontstaat er verwarring. Hades en gehenna zijn in het Nieuwe Testament als ook in het voorchristelijk jodendom geen synoniemen.

Het Griekse hades is een synoniem van het Hebreeuwse sjeool en kan het beste vertaald worden met ‘dodenrijk’. Het is in het Nieuwe Testament (als ook op vele plaatsen in de voorchristelijke joodse literatuur)  een tijdelijk verblijf, waar de zielen van de goddelozen zich na hun lichamelijke dood bevinden in afwachting van de opstanding van de doden. We zien dit in het Nieuwe Testament het duidelijkst in de gelijkenis van Jezus over de rijke man en de arme Lazarus. ‘Toen hij [de rijke] in het dodenrijk, waar hij hevig gekweld werd, zijn ogen opsloeg, zag hij in de verte Abraham met Lazarus aan zijn zijde’ (Luc. 16:23).

De hades staat in nauw verband met de eerste dood, de dood van het lichaam, en heeft een tijdelijke functie. Bij het laatste oordeel geeft zij haar inwoners over om geoordeeld te worden. Zo lezen we in Openbaring 20:13 ‘De dood en het dodenrijk gaven de doden die in hen waren, en zij werden geoordeeld, een ieder naar zijn werken.’

De gehenna daarentegen is de plaats die beschreven wordt als een ‘poel van vuur’ (Openb. 20:14) en een ‘vurige oven’ (Mat. 13:42), waartoe men veroordeeld kan worden aan het einde van de tijd (bv. in Mat.13:40-42). In het boek Openbaring beschrijft de apostel Johannes wanneer dit zal gebeuren, namelijk na de opstanding en het laatste oordeel (Openb.20:12,15).

Aansluitend bij de moderne vertalingen moeten we concluderen dat het begrip ‘hel’ beperkt dient te worden tot deze gehenna. Uitgaande van de verschillende betekenis van beide woorden kunnen we vervolgens stellen dat de gehenna-hel momenteel nog ‘leeg’ is. Deze definitieve plaats van veroordeling krijgt pas een functie bij en na het laatste oordeel.

Auteur: Gijs van den Brink
Uit: StudieBijbel Magazine


Dit is deel 2 van 5 beknopte artikelen over het thema ‘Waar zijn de doden’ uit StudieBijbel Magazine, waar we de komende tijd een gedeelte van online zullen plaatsen. We hopen dat je hierdoor de Bijbel beter gaat begrijpen!

Bijdrage van

drs. G. (Gijs) van den Brink
Sinds 1981 als redacteur en auteur werkzaam aan een commentarenserie bekend onder de naam “Studiebijbel”. Eerst bij IDR in Soest, vanaf 1998 bij het “Centrum voor Bijbelonderzoek” (CVB) in Doorn. Van 1996 tot 2015 redacteur NT van het kwartaalblad voor evangelische theologische bezinning “Soteria”. Sinds 2007 hoofdredacteur van het theologisch kwartaaltijdschrift “Studiebijbel magazine”. Van 2010-2011 redactielid van Tussenruimte, tijdschrift voor interculturele theologie.

Blijf geinspireeerd!

Wil jij altijd op de hoogte blijven van interessant StudieBijbel nieuws, inspirerende content en exclusieve aanbiedingen? Meld je dan nu aan voor onze nieuwsbrief!
Aanmelden Nieuwsbrief
Klantenservice
Inloggen